Aandeelhouders op één zetten helpt niemand

Aandeelhouders op één zetten helpt niemand
In veel grote bedrijven draait alles om aandeelhouderswaarde en kwartaalcijfers. Maar de kritiek daarop klinkt steeds luider. Ook vanuit onverwachte hoek. Namelijk die van de grootste vermogensbeheerder ter wereld.
Een paar jaar geleden publiceerde de Washington Post een prachtige kroniek over 100 jaar IBM. Met daarin onder meer de prioriteiten van het bedrijf in 1963. De toenmalige CEO, Thomas Watson, stelde drie dingen centraal binnen het bedrijf. Allereerst: respect voor de individuele medewerker. Daarna: klantgerichtheid. En ten slotte: het nastreven van uitmuntendheid.
Ruim dertig jaar daarna noteerde IBM-voorman Lou Gerstner de volgende prioriteiten. Bovenaan de lijst: aandeelhouderswaarde. En op de achtste en laatste plaats: de behoeften van de medewerkers en de gemeenschappen waar het bedrijf actief is.
Hoe is dat allemaal zo gekomen? Tot en met de jaren ’60 van de vorige eeuw hadden de bestuurders van Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven eigenlijk niet zoveel te stellen met hun aandeelhouders. Maar de economische malaise van de jaren ’70 zorgde voor grote verliezen onder beleggers, waarna deze van de bedrijfsbestuurders eisten hun belangen beter te behartigen. Daarbij gesteund door prominente economen, zoals Milton Friedman die schreef dat de enige sociale verantwoordelijkheid die bedrijven hebben, het verhogen van de winst is. Vanaf die periode staat bij vrijwel elk beursgenoteerd bedrijf, ook buiten de VS, het belang van de aandeelhouder voorop en wordt er elke drie maanden nerveus naar de cijfers gekeken.
Niet dat dit zoveel helpt overigens. Onderzoekers van de universiteit van Toronto rekenden uit dat deze eenzijdige focus ook voor de aandeelhouder weinig heeft opgeleverd. In de periode 1932 tot en met 1976, toen medewerkers en klanten nog centraal stonden, lag het gemiddelde jaarlijkse rendement op de S&P 500 fondsen op 7,6 procent. Van 1976 tot en met 2013, met de aandeelhouder op nummer één, was dat jaarlijks 6,4 procent.
Lawrence Fink is een van de oprichters en de CEO van het Amerikaanse Blackrock, met bijna 5.000 miljard euro geïnvesteerd vermogen veruit het grootste beleggingsbedrijf ter wereld. Vorig jaar schreef hij een boze brief aan de bestuursvoorzitters van enkele honderden van de grootste bedrijven ter wereld. Daarin riep hij ze op om meer te focussen op de lange termijn en op duurzaamheid. “De kwartaalcijfershysterie van tegenwoordig, staat haaks op de langetermijnaanpak die we nodig hebben,” schreef Fink.
Afgelopen week ageerde Blackrock tegen te grote beloningsongelijkheid binnen Britse bedrijven. Het bedrijf liet weten alleen nog maar in te stemmen met een salarisverhoging voor topbestuurders als de werknemers een vergelijkbare loonsverhoging zouden krijgen.
Het is een onverwacht, ander geluid tegenover allerlei activistische beleggingsfondsen die snel rendement eisen en niet aarzelen om bestuurders weg te stemmen als het niet hard genoeg gaat.
De prominente rol van aandeelhouders zal niet snel veranderen. Het prioriteitenlijstje van IBM en andere grote bedrijven is definitief veranderd. Maar wanneer de nummer één op de lijst, de aandeelhouder, zich hard maakt voor wat maar al te vaak onderaan bungelt, onderwerpen als werknemersrechten, eerlijke beloningen en duurzaamheid, dan valt er misschien op termijn toch serieuze winst te boeken.
Ben Tiggelaar
(Verschenen als column in NRC Handelsblad)