Beroep als bedevaart

Beroep als bedevaart
Onze ontkerstende samenleving heeft een zingevingsprobleem. Ik lees het wekelijks in mijn krant. In Bas Heijnes interview met de Zweedse filosoof Martin Hägglund: „Ook heel wat mensen die niet gelovig zijn hebben het gevoel dat er in een zuiver seculiere opvatting van het leven iets ontbreekt, dat er met het wegvallen van religie een moreel en existentieel gat is ontstaan.”
Ellen de Bruin en Wouter van Noort portretteerden vorige week drie ‘superster-psychiaters’: Dirk De Wachter, Paul Verhaeghe en Damiaan Denys. Alledrie verwijzen ze naar de ‘crisis in zingeving’ die heerst, schrijven de auteurs. „Met het terugdringen van religie is veel overboord gegooid dat riekt naar hogere doelen, rituelen, tradities en levensvragen.”
Hoe duid je het leven, anno nu? Voor veel mensen heeft werk de rol overgenomen die de kerk vroeger had. Toen ik opgroeide, wist je wie je was door je familie, de plek waar je woonde en je geloof. ‘Da’s eentje van Tiggelaar’, zeiden ze in het dorp waar ik opgroeide. ‘Een Muntendammer’, zeiden ze een dorp verderop. ‘Een gereformeerde’, zeiden de baptisten op onze School met de Bijbel. Nu luidt de voornaamste vraag die we onszelf en anderen stellen: wat doe je? Werk bepaalt in hoge mate wie je bent. Werk bepaalt grotendeels waar het in je leven om draait. Werk als kerk. Beroep als bedevaart.
Maar werk is een wankele basis voor je identiteit en zingeving. Werk maakt veel mensen ziek. Werk kan zomaar wegvallen. En wie ben je dan nog? Het doet mij denken aan een bekende parabel van Jezus waar ik als kind op die School met de Bijbel al over leerde. Daarin bouwt een dwaze man zijn huis op het zand en kiest een wijze als fundering voor een rots. Als het gaat waaien en regenen, spoelt het huis op het zand weg en blijft het huis op de rots staan. De les is eenvoudig en helder: denk goed na op wie of wat je je leven baseert. Zoek iets dat stevig genoeg is om stormen te doorstaan.
Natuurlijk is werk best belangrijk in een mensenleven. Niet als vindplaats voor de antwoorden op de grote vragen, maar wel als oefenplek voor het leven vanuit hogere waarden. In het boek Every good endeavor (Goed werk) vertelt predikant Tim Keller over een vrouw die nieuw was in zijn kerk. Hij vroeg haar hoe zij nieuwsgierig was geraakt naar het christelijk geloof. Ze vertelde Keller dat ze op haar werk een kapitale fout had gemaakt. Eentje die haar haar baan zou hebben gekost. Ware het niet dat haar leidinggevende de schuld volledig op zich had genomen. Toen ze hem had gevraagd waarom hij dat had gedaan, vertelde hij dat hij christen was. Een volgeling van Jezus die zich – dat geloofde hij – uit liefde voor hem en de wereld had opgeofferd. Die nederigheid, liefde en zelfopoffering probeerde hij na te volgen in zijn leven. Bijvoorbeeld op het werk.
Werk is de moeite waard. Werken is goed voor je. Je baan kan zelfs een oefenplek zijn voor je belangrijkste waarden, voor waar je in gelooft. Maar we moeten het niet overdrijven. Werk is geen vervanging voor een groot verhaal over een kleine kerststal. Werk is niet de plek waar ik de antwoorden op mijn levensvragen ga vinden. Ik zal mijn heil elders moeten zoeken.
Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)