Dé grote uitdaging voor leiders

Dé grote uitdaging voor leiders

Zelfs notoire klimaatontkenners beginnen inmiddels nerveus te worden van al het nieuws over smeltende gletsjers, bosbranden en extreem weer. Tel daar het rapport van de commissie-Remkes bij op en je hebt als overheid en bedrijfsleven de ideale omstandigheden om belangrijke veranderingen in te zetten. Daarbij is goed leiderschap essentieel. Maar wát moeten leiders eigenlijk doen bij dit soort grote transities?

De Amerikaanse schrijver en adviseur William Bridges beschreef ruim dertig jaar geleden wat er bij ons aan de binnenkant gebeurt als we met verandering te maken hebben. Volgens hem doorlopen we een psychologische transitie die uit drie fasen bestaat. En het is essentieel dat leiders daar rekening mee houden en op inspelen.

1. Einde. Transities beginnen met afsluiten, verliezen en loslaten. We realiseren ons dat we afscheid moeten nemen van ons oude leven. Zeg maar: onbekommerd vlees eten, vliegen en 130 rijden gaat niet meer. Dit leidt bij veel mensen tot angst, ontkenning, boosheid en verdriet.

Wie leiding geeft, moet vooraf al in kaart brengen wie wat zal verliezen en tot welke emoties dat zal leiden. En tijdens deze eerste fase moet een leider begrip tonen voor deze gevoelens, kijken hoe gedupeerden geholpen kunnen worden en telkens opnieuw uitleggen waar we afscheid van moeten nemen, waarom dat nodig is en hoe de nieuwe situatie er uit zal zien.

2. De neutrale zone. In deze fase is afscheid genomen van het oude, maar is het nieuwe nog niet zichtbaar. De nadelen van de verandering worden al wel gevoeld, maar de voordelen nog niet. Dat leidt tot onzekerheid, onbehagen en demotivatie. Tijdens deze fase loopt bij de meeste mensen de stress op en daalt het enthousiasme.

Dit is voor leiders de cruciale fase. Zij zullen de noodzaak en de voordelen van de verandering moeten blijven uitleggen. Tegelijk moeten ze onderweg allerhande problemen oplossen; creatieve ideeën en experimenten stimuleren; de progressie bijhouden en zichtbaar maken voor anderen; én vooral niet te snel doen alsof de verandering al “klaar” is.

3. Nieuw begin. Hier voelen we eindelijk nieuwe energie, zegt Bridges. We ervaren dat de verandering aan het lukken is, dat we een nieuw evenwicht aan het bereiken zijn. We gaan ook anders naar onszelf kijken: we voelen ons geen mensen meer van het verleden, maar van de toekomst. In deze fase moet je als leider dit soort gevoelens bevestigen, blijven uitleggen waarom de verandering nodig was en wijzen op de vooruitgang die is gerealiseerd.

Volgens Bridges maken leiders wel plannen voor de inhoudelijke kant van de verandering, maar verzuimen ze vaak om goed na te denken over hoe je de psychologische transitie begeleidt. Ik herken dat. Ik zou er persoonlijk voor zijn dat we vanaf volgende week overal maximaal 100 kilometer per uur gaan rijden, dat iedereen stopt met vlees eten en dat vliegen een realistisch prijskaartje krijgt. Het noteren van deze maatregelen is simpel. Ik heb het even bijgehouden en het kostte me precies 28,3 seconden om het in te typen.

Maar zorgen dat we als Nederland deze stappen ook echt gezamenlijk gaan zetten, dat we moedig afscheid nemen van het verleden en hoopvol op pad gaan naar een nieuw begin, dat is dé grote uitdaging voor leiders in deze tijd.

Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)

Delen

Bekijk alle columns >