De pro’s van gewoon pauze nemen

De pro’s van gewoon pauze nemen
Vrienden van mij klagen dat ze de laatste tijd te lang achter elkaar doorwerken. Ze zitten uren achtereen aan hun thuisbureau. Ze zoomen, mailen, bellen aan een stuk, lunchen achter de computer en voelen zich aan het einde van de dag compleet uitgewrongen.
Dit speelt niet alleen in mijn omgeving. En dit speelde ook al voordat we allemaal gingen thuiswerken. Organisatiepsychologen stellen regelmatig vast dat met name kantoormedewerkers hun pauzes overslaan. Lunchen achter je bureau is zo gewoon geworden dat het een naam heeft gekregen: desktop dining.
Waarom skippen we onze pauzes? Een reden die onderzoekers vaak noemen, is dat mensen zich schuldig voelen. Wat daarmee samenhangt, is dat veel mensen geloven dat werkers die geen pauzes nemen productiever zijn. Het bizarre is dat waarschijnlijk het tegendeel waar is. Wie regelmatig pauze neemt, is juist productiever (daarover straks meer).
Over hoeveel pauze je precies moet nemen, verschillen natuurlijk de meningen. Een advies dat vaak geciteerd wordt, is dat je 52 minuten moet werken en dan 17 minuten moet rusten. De cijfers komen uit een intern onderzoek van het Canadese marketingbedrijf Draugiem Group uit 2014. Het bedrijf constateerde, door middel van een app op de computers van medewerkers, dat hun 10 procent meest productieve mensen gemiddeld 52 minuten achter elkaar werkten en dan 17 minuten hun computer niet aanraakten. Vergeleken met hun collega’s namen deze mensen vaker en langer pauze én kregen ze dagelijks meer werk gedaan.
Er zijn meer cijfers. De psycholoog Anders Ericsson bestudeerde professionele musici. Hij beschreef onder meer dat de echte toppers gemiddeld maximaal 60 tot 90 minuten achtereen oefenen, waarna ze pauze nemen. Een soort intervaltraining. Wie maximaal wil presteren, moet genoeg pauzeren, luidde een van de conclusies van Ericsson.
Onderzoekers Awwad Dababneh en Naomi Swanson stelden vast dat fabrieksmedewerkers, die normaliter alleen een lunchpauze hadden van een half uur en een ochtend- en middagbreak van een kwartier, net zo veel werk gedaan kregen wanneer ze daarnaast extra, korte pauzes namen. Het schema dat het hoogst werd gewaardeerd was 51 minuten werken, gevolgd door 9 minuten pauze.
Daarnaast zijn er onderzoekers die pleiten voor zogenoemde microbreaks. Dit houdt in dat je regelmatig, bijvoorbeeld om de 20 minuten, een halve minuut even iets heel anders doet. Even weg van je bureau, even bewegen, even naar buiten, even uit het raam kijken. Dat blijkt goed voor je hartslag, voor je concentratievermogen en vervolgens ook voor het werk dat je erna gaat doen.
Nog even over die productiviteit. Ook al zou je van al die pauzes niet harder werken, dan nog moet je ze gewoon nemen. Zoals Tom Grosveld eerder deze week in NRC schreef in een lezenswaardig stuk, is het onzin om alles wat geen werk is dwangmatig te legitimeren met economische argumenten. Pauzes geven je ook gelegenheid even een praatje te maken, te bewegen of andere dingen te doen die gewoon goed zijn voor jou en je dierbaren. En dat dit dan ook nog een paar procent productiviteit scheelt, tja, prima dan.
Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)