De succesvolle managementtheorie

De succesvolle managementtheorie

De afgelopen week verzorgde ik voor de laatste keer het seminar ‘MBA in één dag’. Daarin kwamen in hoog tempo tientallen managementtheorieën voorbij. Na zestien jaar dit programma te hebben gedoceerd en geëvalueerd, de vraag: wat bepaalt nou of een managementtheorie, model of inzicht aanslaat in de praktijk?

1. Eenvoudig te herkennen
Managementinzichten die een snaar raken bij manager of ondernemer, hebben doorgaans betrekking op veel voorkomende, herkenbare problemen. Neem de observatie van psycholoog Amy Edmondson: in ieder bedrijf leven veel ideeën die je nooit zult horen, omdat de bedenkers ervan geen psychologische veiligheid ervaren. Edmondson raadt ons onder meer aan er op te letten dat iedereen bij teamvergaderingen gelijkelijk aan bod komt. Ook moeten we onze waardering laten merken voor alle vragen, suggesties en ideeën. Zo werk je aan een omgeving waar iedereen zich durft te uiten en waarin creativiteit wordt gestimuleerd.

2. Eenvoudig te onthouden
Drie stappen. Twee cirkels. Veel populaire managementideeën zijn eenvoudig te onthouden. En alleen wat je onthoudt kun je toepassen.
Een van de meest eenvoudige en makkelijk te onthouden inzichten is de beperkingentheorie van natuurkundige Eli Goldratt. Goldratt stelde dat in ieder plan, project of proces dat uit verschillende stappen bestaat, altijd één van die stappen de bottleneck vormt. Aan dat onderdeel moet je als
eerste aandacht besteden. Als je de zwakke schakel weet te versterken, loopt meteen je hele plan, project of proces een stapje beter.

3. Eenvoudig toe te passen
Soms hebben we kritiek op managementboeken die ‘al te eenvoudig’ zijn of ‘open deuren’ bevatten. Maar een managementschrijver doet zijn werk niet om origineel of intelligent over te komen. Het gaat erom je lezer een handje te helpen, met inzicht en advies.
Een van mijn praktische favorieten is het progressie-principe van psycholoog Teresa Amabile. Zij stelde vast dat het ervaren van progressie een sterke motivator is voor mensen. Daarom moeten managers zichzelf aan het einde van elke werkdag de volgende drie vragen stellen:

a) Welke vooruitgang hebben mijn medewerkers vandaag geboekt in hun werk?
b) Als er geen vooruitgang is geboekt, wat waren dan de voornaamste belemmeringen?
c) Wat kan ik morgen doen om progressie te bevorderen?

4. Eenvoudig door te geven
Een idee wordt pas een hit wanneer mensen het met elkaar delen. Een belangrijke factor daarbij is de vraag of je zelf ook een beetje sympathiek of slim lijkt als je het idee doorgeeft.

Een van de meest ‘aanstekelijke’ ideeën die ik de afgelopen jaren doceerde is Appreciative Inquiry van David Cooperrider, managementhoogleraar. Hij stelt: in elk bedrijf gaan tal van dingen wél goed. En die activiteiten en ideeën vormen het bestaansrecht van je bedrijf. De vraag die je volgens de aanhangers van Cooperrider zou moeten stellen, luidt: ‘Wat gaat er hier eigenlijk uitzonderlijk goed? En wat nou als dat niet de uitzondering zou zijn, maar de regel?’

Een sympathieke vraag die niet alleen nuttig is voor je werk. En misschien is dat stiekem wel de allerbelangrijkste succesfactor voor een managementtheorie: dat je er niet alleen professioneel, maar ook privé iets aan hebt.

Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)

Delen

Bekijk alle columns >