Dreigen, helpt dat nou?

Dreigen, helpt dat nou?

Een vervelende neiging, maar soms kan ik hem niet onderdrukken: als ik denk dat mijn kinderen iets gaan doen waar ze spijt van krijgen, dan móét ik ze waarschuwen. De vraag is: helpt dat? Veranderen mensen als je ze wijst op risico’s, onheil en andere ellende?

Het korte antwoord luidt: ja, een beetje. De inzet van angst om mensen te motiveren tot anders denken en anders doen wordt in gedragsonderzoek fear appeal genoemd. Een uitgebreide meta-analyse van de Amerikaanse psycholoog Melanie Tannenbaum en collega’s uit 2015 laat zien dat zo’n fear appeal meestal werkt, maar slechts een beperkt effect heeft.

Een paar interessante feitjes uit deze studie. Voor de bewering dat waarschuwen juist leidt tot een boemerangefffect, tot meer ongewenst gedrag, is geen bewijs. Ook interessant: vrouwen blijken gevoeliger voor fear appeal dan mannen. En waarschuwingen zijn effectiever wanneer je éénmalig gedrag wilt zien, dan wanneer je een duurzame gedragsverandering wilt.

Goed om te weten: overdrijven heeft geen zin, een matige hoeveelheid angst heeft evenveel effect als een grote dosis. En misschien wel de meest praktische aanbeveling van Tannenbaum en collega’s: waarschuwen is veel effectiever wanneer je ook meteen uitlegt of laat zien welk gedrag dan wél gewenst, verstandig en effectief is.

Hoe komt het dat het effect van waarschuwen en dreigen in de regel maar gering is? De populaire Brits-Israëlische neurowetenschapper Tali Sharot, verbonden aan University College London, verklaart het in haar artikelen, blogs en boeken als volgt.

Wanneer dieren een dreiging ervaren, is bevriezen of vluchten de meest voorkomende reactie. Bij mensen is dat niet anders. Wanneer een negatieve boodschap ons bang maakt, willen we vooral van dat negatieve gevoel af. Rationalisatie (‘mijn opa rookte ook en werd negentig’) of gewoon wegkijken werkt daarbij het snelst. Pas wanneer je een gevaar of risico echt niet meer kunt ontkennen, ga je je erin verdiepen. Maar tot die tijd geloven we dus niet graag in dingen die ons een slecht gevoel geven en richten we ons liever op informatie die ons een plezierig gevoel bezorgt.

Volgens Sharots onderzoek speelt leeftijd een modererende rol. De neiging om te bevriezen of te vluchten bij de confrontatie met negatieve informatie is het sterkst bij kinderen en jongeren en bij ouderen. Jammer. Bij mensen van mijn leeftijd (51 sinds kort) werkt waarschuwen en dreigen best aardig. Maar als ik een fear appeal op mijn kinderen of op de generatie boven mij toepas, dan heeft het beduidend minder effect.

Wat werkt dan wel? Als je mensen in actie wilt krijgen, kun je volgens Sharot maar het best ouderwetse positieve bekrachtiging toepassen. Zorg dat het gewenste gedrag onmiddellijk wordt beloond, bijvoorbeeld door het geven van een compliment. De positieve emoties die hiermee worden opgeroepen, vergroten de kans dat het gewenste gedrag wordt herhaald. Voor vaders, moeders en andere professionele beïnvloeders geldt dus: vertrouw niet te veel op de kracht van waarschuwen en dreigen, maar laat vooral zien wat wel verstandig en goed is en bevestig de ander bij gewenst gedrag. Iets ingewikkelder, maar veel effectiever en bovendien beter voor de onderlinge relatie.

Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)

Delen

Bekijk alle columns >