Geloof, werk en liefde

twee handen die aan het pottenbakken zijn

Geloof, werk en liefde

In ieder mens schuilt een maker… Wij zijn gemaakt om te creëren. Om wat stuk is, heel te maken. Om wat niet af is, mooi te maken. Dus kom op, ga aan de slag… „Mooi”, dacht ik terwijl ik deze tekst hoorde op de autoradio. „Van wie komt dit? Is dit een protestantse preek? Of een filosofische beschouwing over werk?”

Het bleek een spotje van Praxis. Best wel diep voor een bouwmarkt.

Dat van die protestantse preek hield me bezig. Ik moest deze week een lezing verzorgen in het kader van het Lutherjaar.

Deze maand is het 500 jaar geleden dat Maarten Luther met zijn nieuwe ideeën over geloof en levensbeschouwing Europa op z’n kop zette. Luther vocht allereerst tegen de rooms-katholieke leer dat je door middel van netjes leven en aflaten Gods goedgunstigheid kon verwerven. Het zijn niet onze goede daden die Gods liefde opwekken, stelde hij. Het is andersom: Gods liefde zet ons aan tot goede daden.

Maar ook over ons gewone dagelijkse werk ontwikkelde Luther mooie ideeën. Hij bracht de oude bijbelse notie dat alle arbeid waardevol kan zijn weer onder de aandacht. Niet alleen monniken en priesters dienen God met hun bezigheden, maar ook de nederige handarbeider. Gewoon door zijn werk goed te doen, ten dienste van anderen. Elke vorm van arbeid is op die manier een roeping en relevant, geloofde Luther. Niet zaligmakend, maar best de moeite waard.

Filosoferen over werk was ook actueel. Afgelopen zaterdag was ik – samen met 1699 anderen – in Utrecht bij een lezing van de Zwitsers-Britse filosoof Alain de Botton.
Werk is in hoge mate een emotioneel fenomeen, stelt hij. We snakken als mensen naar liefde en respect en hopen dat te verwerven door ons werk. Onze carrière is vooral bedoeld om te bewijzen dat we niet helemaal voor niets op aarde zijn.

De Botton bestrijdt deze typisch westerse religie. Werk zal je nooit het respect en de liefde bezorgen waar je zo wanhopig naar verlangt, zegt hij. De betekenis van werk ligt er niet in dat wij daarmee de liefde van anderen kunnen verwerven. Het is andersom: onze liefde voor andere mensen moet de drijvende kracht zijn in ons werk. Ons werk is pas echt zinvol wanneer we een ander mens helpen. Dat is best wel een Lutherse gedachte.

Net als veel andere Nederlanders probeer ik een kleine, persoonlijke filosofie op het gebied van werk bij elkaar te doe-het-zelven. Waar doe ik het eigenlijk allemaal voor? Met hulp van Praxis, Luther en De Botton ben ik deze week weer een stapje verder gekomen.

Ik geloof samen met Praxis dat we als mensen allemaal behept zijn met een innerlijke scheppingsdrang. Gemaakt om te maken. Ik geloof met Luther dat al dat mensenwerk best belangrijk is. Niet zaligmakend, maar wel waardevol. En ik geloof met De Botton dat ons werk vooral waardevol is wanneer we er anderen mee helpen. Werk op zijn best is liefde in actie.

Daarmee moet ik toch al gauw weer een week vooruit kunnen.

Ben Tiggelaar
(Verschenen als column in NRC Handelsblad)

Delen

Bekijk alle columns >