Gewoontes werken net iets anders

Gewoontes werken net iets anders
Wie beter wil worden in zijn werk of zich gezonder wil voelen, denkt al gauw aan het ontwikkelen van nieuwe, goede gewoontes. Dus: nieuw gedrag een tijdje volhouden en daarna: poef, volautomatisch, zonder nadenken doe je voortaan altijd de juiste dingen. Dat klinkt prachtig, maar in het echt blijkt het iets ingewikkelder.
Ik las een kritisch blog van managementauteur Nir Eyal over gewoontes. Eyal raadde aan om het werk van Benjamin Gardner te bestuderen, gedragsonderzoeker aan King’s College London. En Gardner gaf de afgelopen week les op de Summer School die ik hier in Londen volg.
Wat is een gewoonte eigenlijk volgens Gardner? Een gewoonte is een aangeleerde, automatische associatie tussen een prikkel van buiten en een impuls in je brein. Je hoeft er niet bij na te denken, je hoeft er geen moeite voor te doen, de impuls volgt “vanzelf” op de prikkel van buiten.
In het normale spraakgebruik gebruiken we het woord gewoonte vaak voor allerlei gedrag dat we vaak herhalen. Maar volgens gedragsonderzoekers is gewoonte dus een intrapersoonlijk proces, iets wat zich binnen je hoofd afspeelt. Gewoonte is een geleerde impuls die tot gedrag kan leiden, maar ook gedachten of gevoelens kan triggeren.
Gewoonte-onderzoekers houden zich vaak bezig met heel kleine, afgemeten handelingen. De manier waarop we bepaalde woorden combineren. De manier waarop een voetballer een pass aanneemt. Ze analyseren de legosteentjes van ons gedrag. De meeste mensen zijn echter vooral geïnteresseerd in betekenisvolle handelingen die uit vele, kleine bouwsteentjes bestaan. Zoals het voeren van een gesprek of het scoren van een doelpunt. Binnen zo’n betekenisvolle handeling spelen gewoontes vaak een rol, maar is er ook sprake van onderdelen die meer bewust, gecontroleerd tot stand komen.
Wanneer mensen iets willen veranderen in hun gedrag, zijn ze vaak niet geïnteresseerd in één legosteentje. Ze willen nieuwe routines leren: vaste reeksen van gedragingen. Je wilt je vergaderingen beter leiden, elke week twee keer hardlopen.
Wat adviseert Gardner? Allereerst moeten we ons afvragen of het gedrag dat we willen veranderen sterke gewoonte-elementen bevat. Verrichten we de handelingen waar we aan willen werken nu grotendeels op de automatische piloot of is het iets waarbij je moet nadenken? Als denken, redeneren en concentratie een belangrijke rol spelen, verwacht dan niet te veel van gewoontes.
Maar als er duidelijke gewoonte-elementen inzitten, in elk geval bij het beginnen van een routine, dan heeft Gardner de volgende praktische tips.
1) Kies zelf: formuleer een nieuwe routine die bij jou past.
2) Ga voor makkelijk: begin met iets kleins.
3) Als-dan: koppel je nieuwe routine aan iets herkenbaars, aan dagelijkse gebeurtenissen of iets wat je al vaak doet. Bijvoorbeeld: als ik een collega spreek, dan stel ik altijd eerst een vraag.
4) Wees gerust: door het gedrag te herhalen zal het steeds iets makkelijker gaan.
5) Hou jezelf gaande: motiveer jezelf door elke dag bij te houden hoe het gaat. Meet je progressie.
Maar eigenlijk moeten we dus allereerst leren om iets preciezer over gewoontes te denken. Lastig, maar wel zo realistisch en effectief als je iets wilt veranderen aan je gedrag.
Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)