Het virus dat cynisme heet

Het virus dat cynisme heet

De laatste weken word ik steeds banger voor het virus dat cynisme heet. Besmetting dreigt wanneer ik lees dat Bolsonaro de ontbossing van het Amazonegebied verder opvoert. Even gevaarlijk is nieuws over Hongkong, de Oeigoeren, Lesbos en alles over Trump.

Testen of je cynisch bent is gelukkig vrij eenvoudig. Stel jezelf een vraag als: zouden de meeste mensen jou benadelen als dat in hun voordeel werkte? Indien je antwoord een volmondig ‘ja’ is, dan heb je het. Dan ben je cynisch.

De vraag hierboven komt van psychologen Olga Stavrova en Daniel Ehlebracht, respectievelijk van Tilburg University en Universität zu Köln. Experts op het gebied van cynisme. Een paar nuttige weetjes over dit verraderlijke virus.

Allereerst: wat is cynisme eigenlijk? Stavrova en Ehlebracht typeren cynisme als een algemeen wantrouwen tegenover de medemens en diens motieven. Een cynicus koestert geen hoop of geloof dat de mens door meer wordt aangedreven dan door zijn egoïsme. We zijn allemaal moreel bankroet en doen alles om onszelf vooruit te helpen in deze zinloze wereld.

Cynisme wordt soms gezien als een teken van intelligentie. Zo stelde George Bernard Shaw cynisme gelijk aan „het vermogen tot accurate observatie”. Maar Stavrova en Ehlebracht ondervroegen ruim 200.000 mensen uit verschillende culturen en constateerden het tegenovergestelde. Mensen die hoger scoren op een cynismetest, scoren juist lager op intelligentietesten. Ook bleek: mensen die lager scoren op intelligentietesten, zijn eerder geneigd om cynisme te zien als een verstandige levenshouding.

Intelligentere mensen geloven juist dat het van de situatie afhangt of je andere mensen moet vertrouwen of niet. Een mogelijke verklaring is dat mensen met grotere cognitieve vermogens en vaardigheden eenvoudiger kunnen inschatten wanneer wantrouwen gerechtvaardigd is, denken de onderzoekers. Voor mensen die dit vermogen ontberen, is wellicht een better safe than sorry-strategie eenvoudiger om aan te houden.

Alles en iedereen wantrouwen levert je niet veel op, stellen Stavrova en Ehlebracht. Zo wordt bij cynische mensen doorgaans een slechtere lichamelijke en geestelijke gezondheid geconstateerd. Ook verdienen ze doorgaans minder geld.

Hoe word je cynisch? Een mogelijke oorzaak is dat de negatieve dingen die we meemaken meer impact op ons hebben en beter worden onthouden dan positieve interacties. Een bekend effect dat psychologen ‘negativity bias’ noemen en dat een risico vormt voor ons allemaal.

Daarnaast kan cynisch gedrag leiden tot ‘self-fulfilling prophecies’: wie anderen niet vertrouwt, zal daardoor ook kansen missen, wat weer leidt tot een versterking van je negatieve kijk op de wereld. Ook vonden Stavrova en Ehlebracht een verband met disrespect. Wanneer mensen disrespectvol worden behandeld, dan leidt dit tot meer cynisme. En cynisme uiten in het sociale verkeer zorgt ervoor dat anderen je weer minder respectvol benaderen. Een vicieuze cirkel.

Is er een tegengif? Ja, zeggen Stavrova en Ehlebracht: onderwijs helpt. Onderwijs kan leiden tot het ervaren van minder belemmeringen. En dat maakt je weer minder cynisch. Mijn eigen educatieve aanpak: naast het slechte nieuws ook lezen over dit soort kronkels van de menselijke geest. Dat levert uiteindelijk vaak een glimlach op.

Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)

Delen

Bekijk alle columns >