Hoe je van ondernemer directeur wordt

Zo blijf ik bij mt IT

Hoe je van ondernemer directeur wordt

Ik ben al heel wat jaren directeur van de BV Tiggelaar. Ook ben ik chef boekenkast, schrijf ik stukjes, haal ik koffie en zorg ik voor de plant op mijn kantoor (ééntje, dat gaat net goed). Net als veel andere Nederlandse zelfstandigen bevalt het mij prima om mijn bedrijf klein en overzichtelijk te houden.

Maar stel dat ik wilde groeien, werkgever worden – écht directeur zijn. Wat komt daar dan bij kijken? Dan zal ik toch meer manager moeten worden dan me lief is.

Een paar jaar geleden deed ik samen met een groepje onderzoek naar ondernemingsgroei en gedragsverandering. We voerden lange gesprekken met ondernemers die een periode van sterke groei hadden meegemaakt, met hun medewerkers van het eerste uur, met vrienden en met familieleden. Centrale vraag: wat hadden deze ondernemers aan zichzelf veranderd om de groei mogelijk te maken?

Vier heel praktische onderwerpen kwamen in vrijwel alle gesprekken terug.

1. Delegeren: Als je wil groeien moet je leren om werk, ook werk dat je leuk vindt, over te dragen aan anderen. Delegeren is niet iets wat je erbij doet, maar een hoofdtaak die je professioneel en gestructureerd moet aanpakken. Voor veel zelfstandigen bleek dit de belangrijkste én moeilijkste stap.

2. Zelfmanagement: Prioriteiten stellen in je werk, tijd vrijmaken voor medewerkers, kortetermijnpleziertjes opofferen voor langetermijndoelen en intussen zorgen dat je niet overwerkt raakt. Wie wil groeien van zelfstandige naar werkgever moet zijn eigen werk scherp plannen en managen. Meer structuur, minder ad hoc.

3. Managementvaardigheden: Leidinggeven aan andere mensen betekent ook: vergaderingen leiden, cijfers controleren, feedback geven aan medewerkers, het inrichten en telkens weer aanpassen van de organisatie. Kortom: werken aan je zaak, in plaats van ín je zaak. Niet bepaald de eerste hobby van veel ondernemers, maar wel belangrijk.

4. Heldere doelen stellen: Een groter bedrijf begint vaak met het stellen van expliciete doelstellingen voor groei. Waar wil je staan over een jaar, en over vijf jaar? Hoe ziet je zaak er dan uit? En wat zijn de concrete stappen die je daar deze week nog voor gaat zetten? De kunst is deze doelen zo te formuleren dat ook anderen ze begrijpen en erdoor aangesproken worden.

Kort samengevat: wie zijn onderneming wil laten groeien, ontkomt er niet aan zich van kleine zelfstandige tot manager te ontwikkelen.

Voor veel mensen is dit geen aanlokkelijk perspectief. Ze doen liever vakinhoudelijk werk. Ook bij de ondernemers die we spraken moest er heel wat gebeuren om hun ontwikkeling tot manager en daarmee de groei van hun bedrijf echt op gang te brengen.

Bijvoorbeeld het binnenhalen van nieuwe, ervaren leidinggevenden of medewerkers die je helpen (en soms dwingen) om professioneler te gaan managen. Of het invoeren van een strak, uitgewerkt managementsysteem, bijvoorbeeld lean, dat het dagelijkse werk structureert en orde schept in de chaos.

Zeer opvallend: veel succesvolle ondernemers maakten pas de keuze om te groeien en te professionaliseren na een vervelende ervaring. Geld verliezen, conflicten met klanten of partners, grote kansen missen, oververmoeid raken. Pas toen de pijn van het klein zijn te groot werd, besloten ze – met frisse tegenzin – manager te worden.

Ben Tiggelaar
(Verschenen als column in NRC Handelsblad)

Delen

Bekijk alle columns >