Kleine en grote leugens
In de werkomgeving wordt heel wat gelogen. In het klein: we hebben geen zin in die ene klus of collega, maar zeggen liever dat we het te druk hebben. En in het groot: zoals bij Fox News. Medewerkers van hoog tot laag vonden dat oud-president Donald Trump totale onzin verkondigde rond de verkiezingsuitslag van 2020, maar om hun kijkers niet te verliezen bleven ze zijn leugens braaf herhalen.
Waarom liegen we eigenlijk? Kun je het herkennen als een collega liegt? En wat doe je daarna?
Waarom liegen we?
Een leugen is een poging – al dan niet succesvol – om een ander iets te laten geloven waarvan jij denkt dat het niet waar is. Dat is hoe onderzoekers het definiëren. Een van hen is Sophie van der Zee, rechtspsycholoog aan de Erasmus Universiteit. Ik interviewde haar een tijdje geleden en vroeg onder meer waarom de mens eigenlijk liegt. Het biologische antwoord luidt dat liegen een evolutionair voordeel biedt. Wie zich beter voordoet dan hij is, plant zich vaker voort.
Deze neiging tot oneerlijkheid kan worden aangemoedigd door de werkomgeving, stelt de Amerikaanse auteur Ron Carucci op basis van eigen onderzoek. Werknemers gaan meer liegen wanneer: hun werkgever in de buitenwereld dingen verkondigt die intern niet worden geloofd; ze het gevoel hebben dat ze niet eerlijk beoordeeld worden; bij een tekort aan toezicht en regels; en een teveel aan onderlinge concurrentie.
Daarnaast spelen alledaagse sociale overwegingen een rol. We verhullen onze eigen tekortkomingen en vermijden het liefst onze collega’s op die van hen te wijzen. En soms zijn we domweg uit op plat gewin.
Zie je dat iemand liegt?
Lange tijd dachten onderzoekers dat je met een goede training kon leren zien of iemand liegt. Door te letten op kleine gezichtsuitdrukkingen, gebaren of andere bewegingen. Maar volgens Van der Zee is dat allemaal ijdele hoop gebleken. Getrainde waarnemers scoren in experimenten nauwelijks beter in het zien van een leugen dan een gokkende leek.
Wat werkt wel? Ouderwets goed luisteren en specifieke, onverwachte vragen stellen. Het vertellen van leugens vergt een stevige cognitieve inspanning. Door vragen te stellen als: wat voor kleren droeg je?; hoe laat was het precies?; hoe heette die collega?, voer je de druk op en wordt het voor de ander moeilijker om zijn verhaal geloofwaardig te houden. Hij zal ter plekke details moeten verzinnen en wellicht fouten maken.
Wat doe je eraan?
Wat nou als je een collega betrapt op een leugen? Volgens Van der Zee moeten we ons dan eerst afvragen of we willen blijven samenwerken met de ander. Niet? Dan kun je een dossier met bewijzen opbouwen en afscheid nemen. Wel? Geef dan de ander de gelegenheid om gezichtsverlies te vermijden. Bied hem de gelegenheid om het goed te maken. Of stel voor om samen naar een oplossing te zoeken.
Een beetje clementie kan misschien geen kwaad. Waarom? Zeker 80 procent van de mensen liegt af en toe, volgens onderzoekers. Ook op de werkvloer. De kans dat wij bij die andere 20 procent horen is niet veel groter dan… eh… 20 procent.
Ben Tiggelaar
Verschenen als column in NRC
Delen