Meer helderheid graag

Meer helderheid graag
Of je nu leiding geeft aan een team, een bedrijf of een land, het is belangrijk om je plannen zo helder mogelijk te formuleren. Dit klinkt simpel, maar is niet eenvoudig. Op dit moment dreigt voor elke provincie een eigen stikstofbeleid te worden bepaald, en voor elk stukje autoweg een eigen maximumsnelheid. En het is al zeker dat ook dit jaar weer elke gemeente zijn eigen vuurwerkregels mag stellen. Per wijk zelfs.
Gek eigenlijk. We wonen in een piepklein land, met één taal, één politie, één parlement. En toch zijn we niet in staat om op serieuze dossiers tot één beleid te komen.
Ik maak me hier een beetje druk om. Want wanneer overheidsbeleid niet eenduidig is, leidt dit tot vervelende problemen. Zoals hoge kosten om het beleid uit te leggen, gebrekkige naleving van regels, en geen serieuze mogelijkheden voor handhaving.
Daarnaast creëer je met lappendekens van maatregelen en complex beleid al snel ongelijkheid. Denk aan ingewikkelde fiscale wetgeving of gecompliceerde subsidieregels, waar handige burgers, al dan niet bijgestaan door dure adviseurs, in het voordeel zijn ten opzichte van hun minder handige of minder rijke landgenoten.
Gedragsonderzoek op tal van terreinen laat zien dat helderheid essentieel is. Studies naar zogenoemde “therapietrouw” wijzen bijvoorbeeld uit dat meer dan de helft van de instructies van artsen en apothekers rond medicijngebruik niet wordt opgevolgd. Gebrek aan duidelijkheid voor de patiënt speelt hierbij een belangrijke rol.
Organisatiepsychologisch onderzoek laat zien dat gebrek aan duidelijke afspraken bij medewerkers tot minder betrokkenheid bij het werk leidt en tot een lagere productiviteit.
Natuurlijk weten landelijke beleidsmakers zelf ook wel dat onduidelijkheid niemand helpt. Waarom dan toch vaak dat gebrek aan klaarheid in overheidsbeleid? Een reden voor de lappendekens van maatregelen is wellicht onze liefde voor “maatwerk”. Wie wil dat nou niet, beleid op maat? (Liefst jouw maat, zodat jij op jouw favoriete stukje snelweg toch 130 mag rijden.) Daarnaast hoor je beleidsmakers vaak betogen dat problemen “te complex” zijn om oplossingen vanuit Den Haag te dicteren. Ook dat klinkt best wijs.
Maar wanneer je als veehouder aan de ene kant van de provinciegrens je bedrijf moet sluiten, terwijl je collega vijf kilometer verderop gewoon doorboert, dan krijgen “maatwerk” en het onderkennen van “complexiteit” een vervelende bijsmaak.
Voor wie als leider te maken krijgt met dit soort uitdagingen, zijn minstens twee zaken essentieel: realisme en moed.
Realisme: je moet de problemen recht in de ogen durven kijken. De stikstofregels die er nu moeten komen, zijn bijvoorbeeld nog maar de eerste van een lange reeks aan milieumaatregelen die de komende jaren noodzakelijk zijn. Je kunt niet nu al afhaken en de problemen doorschuiven.
Moed: natuurlijk zijn er mensen die graag hard willen rijden, hard willen knallen en hard schreeuwen als ze iets moeten inleveren. Maar wie daar zenuwachtig van wordt, of wie graag bij iedereen populair wil zijn, moet eigenlijk helemaal geen leiding willen geven. Dat lijkt me in ieder geval helder.
Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)