Ongelijkheid groeit door gewoontes

Ongelijkheid groeit door gewoontes
Een paar keer per jaar geef ik les aan groepjes jongeren. Regelmatig gaat het om studenten die een avondje willen nadenken over een mooie toekomst. En soms gaat het om jonge mensen die het maar niet lukt een opleiding af te maken of werk te vinden.
Er zijn legio redenen aan te wijzen voor deze ongelijkheid. De ‘vinkjes’ van Joris Luyendijk spelen een rol. Andere kenmerken vast ook.
Wat mij daarnaast opvalt, is dat sommige jongeren als ze de twintig naderen allerlei gewoontes hebben ontwikkeld in hun denken en handelen die hun maatschappelijke kansen sterk vergroten. Dagelijkse routines die heel gewoon lijken, totdat je je realiseert dat de andere groep ze grotendeels ontbeert.
Gewoontes
Een eerste groep van belangrijke gewoontes draait om het aangaan en onderhouden van relaties. Zo helpt het als je leert echt te luisteren naar anderen. Zonder je bijvoorbeeld te laten afleiden door je telefoon. Ook is het waardevol als je leert anderen oprecht te complimenteren voor dingen die zij zelf belangrijk vinden. En het helpt als je al vroeg leert om je verontschuldigingen aan te bieden. Ook bij kleine fouten.
Verder zijn er gewoontes die leren makkelijker maken. Zoals: altijd zorgen dat je duidelijk weet wat er van je wordt verwacht. Je moet dus de deadlines kennen voor je werkstukken en weten wat nodig is om een voldoende te halen voor een toets.
Daarnaast gaat het om het stellen van hoe- en waaromvragen, om ervoor te zorgen dat je de aangeboden stof echt begrijpt. Een andere: werk verdelen in kleine porties, zodat je er niet te veel tegen opziet en gelijk begint. En – het lijkt een no-brainer – aantekeningen maken, het liefst in je eigen woorden.
Ook zijn er tal van basale gewoontes die je effectiever maken op werkgebied. Een van de belangrijkste is voldoende bewegen. Ook weer iets dat jongeren meestal leren zonder er zelf voor te kiezen. Nog zo eentje: op vaste tijden naar bed gaan en opstaan. En ook: doelen stellen voor jezelf en bijhouden of je progressie boekt.
Een bijzonder krachtige gewoonte is het regelmatig reflecteren op je eigen gedrag door jezelf vragen te stellen. Vragen als: wat was mijn verwachting of mijn plan; wat gebeurde er echt; wat leer ik hiervan voor een volgende keer?
Sommige jongeren beheersen dit allemaal als ze klaar zijn met de middelbare school. Anderen hebben hier dan nog nooit over nagedacht.
Behoeftebevrediging
Veel effectieve gewoontes draaien om uitstel van directe behoeftenbevrediging. Dat is niet zo gek. Relaties, studie en loopbaan zijn ‘langetermijnsystemen’. Je kunt ze niet naar je hand zetten met een simpel trucje, maar moet elke dag opnieuw investeren – met je gedrag, voor een resultaat dat vaak weken, maanden of jaren later komt.
Wie dit als kind leert, doet het als volwassene met minder moeite. Maar heb je de pech om op te groeien in een omgeving waarin directe behoeftenbevrediging normaal is, dan sta je voor een reusachtige uitdaging als de wereld om je heen opeens serieuze eisen begint te stellen.
Een lesje van een goedwillende vijftiger – als je die daarbij al kunt dulden – is dan niet genoeg.
Ben Tiggelaar
Verschenen als column in NRC