Ons werk in de komende 50 jaar

Ons werk in de komende 50 jaar

Typemachines, grote stapels papier, telefoons met draaischijven. Mannen met vaste banen en stropdassen. En heel veel rook. Zo zag een kantoor eruit in 1970. Op werkgebied is er in vijf decennia best veel veranderd. Wat gaat er de komende 50 jaar gebeuren?

De huidige crisis kan wel eens een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van ons werk. Dat is althans wat 800 beslissers in het bedrijfsleven uit alle delen van de wereld geloven. Ze werden de afgelopen maand door McKinsey ondervraagd over de toekomst van werk. Hun geluid sluit aan op wat andere economische denktanks, zoals het World Economic Forum, al langer signaleren. Vijf grote bewegingen.

1) We zijn snel veel handiger geworden met technologie. Samenwerken op afstand, videoconferenties, bestanden delen in de cloud, verdere automatisering van samenwerking met leveranciers en afnemers. Waar in veel bedrijven al jaren over werd gesproken, is in een paar weken ingevoerd. De rol van technologie in ons werk neemt de komende jaren alleen maar toe.

2) Wat ook blijft: kantoorpersoneel dat werkt vanuit huis. Wereldwijd sluiten grote bedrijven nu kantoren. Niet alleen om kosten te besparen, maar ook omdat men verwacht dat niet iedereen fulltime terugkeert op de centrale werkplek. Wel om elkaar te ontmoeten en voor creatieve sessies, niet voor reguliere vergaderingen en routinewerk. We gaan naar een nieuwe mix van thuis- en kantoorwerk.

3) Dat leidt tot nieuwe managementvragen. Waarom zou je nieuwe medewerkers nog in je eigen regio of land zoeken, als we toch op afstand samenwerken? En hoe ‘manage’ je eigenlijk op afstand? Ga je extra controleren of vertrouw je op de zelfsturing van medewerkers? Hoe bouw je aan een gezamenlijke cultuur als mensen elkaar weinig zien? En hoe ontwikkelt de sociale kant van werk zich in die nieuwe realiteit? Juist nu ervaren we hoe we dit aspect van werk waarderen en missen.

4) Veel bedrijven hebben noodgedwongen moeten afslanken of zijn daar nu mee bezig, zeggen de respondenten in het McKinsey-onderzoek. Ze vragen zich af of ze de komende jaren weer snel vaste krachten aannemen. De kans is groot dat het aandeel gig-workers, freelancers en zzp’ers in hun bedrijven en de economie als geheel de komende jaren verder groeit.

5) Het belang van scholing blijft toenemen. De banengroei in ontwikkelde economieën, zoals in Europa, zal vooral te vinden zijn in hooggeschoold werk. Denk aan telecommunicatie, automatisering en onderwijs. Banen die minder opleiding vergen én makkelijk door computers en machines kunnen worden overgenomen, bijvoorbeeld in landbouw, productiewerk en detailhandel, zullen verdwijnen. Wie niet investeert in zijn ontwikkeling, raakt achterop.

Als ik het zo op een rijtje zie, vraag ik me af: gaan we die nieuwe manier van werken ook nog een beetje leuk vinden? Maar misschien is dit een overbodige vraag. Wat de huidige crisis ook laat zien, is hoe groot het aanpassingsvermogen van de mens is. Bovendien: wie verlangt nu nog terug naar de kantoren van 1970? Zo zullen we in 2070 waarschijnlijk ook terugkijken op de huidige tijd.

Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)

Delen

Bekijk alle columns >