Reserveer 10 procent verontwaardiging voor jezelf

Reserveer 10 procent verontwaardiging voor jezelf
Karakter. Een paar weken geleden schreef ik over mijn interesse in dit onderwerp en beloofde ik je op de hoogte te houden van wat ik leerde. Tijd voor een update, met dank aan Halbe Zijlstra.
Karaktervorming draait om de ontwikkeling van positieve morele gewoontes. Dat begint en eindigt in veel gevallen met zelfonderzoek. Wat daarbij hoort: eerst kritisch in de spiegel kijken voordat je kritiek op anderen uit.
Daar heb ik de afgelopen tijd mee geoefend. Hoe? Door me te richten op de momenten waarop ik verontwaardiging voel. Verontwaardiging draait om het oordelen over anderen aan de hand van een morele maatstaf. Ik verbaas mij over het gebrek aan ethisch besef van de ander, bijvoorbeeld in het verkeer, terwijl ikzelf natuurlijk heel goed weet hoe het hoort. Impliciet beweer ik: ik heb een beter karakter dan jij.
Ik houd van duidelijk en praktisch, dus mijn nieuwe regel is: wanneer ik merk dat ik bezig ben om iemand anders moreel de maat te nemen, reserveer ik minstens tien procent van die verontwaardiging voor mijzelf. Tien procent voor het goede doel, zeg maar.
Halbe Zijlstra was mijn oefenmateriaal. Ik voelde verontwaardiging toen bleek dat hij had gelogen dat hij Poetin persoonlijk had ontmoet. En ik voelde verontwaardiging omdat hij de uitspraken van Poetin – niet tegen hem, maar tegen toenmalig Shell-baas Jeroen van der Veer, zoals later bleek – een stuk interessanter had gemaakt dan ze waren.
De vraag is nu: hoe scoor ik zelf op dit soort punten? Ik bedoel: als ik echt kritisch durf te zijn? Dan moet ik bekennen dat ik, in gesprekken en in seminars, vaak veel te veel aan name dropping doe. Ik lieg dan misschien niet over wie ik zoal spreek, maar het noemen van allerlei schrijvers en onderzoekers draait vaak meer om indruk maken op mijn gehoor, dan om het werkelijk dienen van hun belangen. Hmm.
Is dat in wezen niet dezelfde verleiding die Zijlstra parten speelde? Is dat niet gewoon de jongen uit de provincie die iets te graag indruk wil maken op de mensen uit de grote stad, door net te hard te roepen dat hij mensen en verhalen kent die nóg belangrijker en belangwekkender zijn dan zij? Pijnlijk herkenbaar voor mij.
Goed. Tien procent van mijn verontwaardiging reserveren voor mijzelf. Niet fijn, maar wel vormend voor mijn karakter. Mijn morele boosheid ten opzichte van instituties en personen op wie ik toch geen invloed heb, kan ik zo nuttig maken door een deel ervan te besteden aan die ene persoon die ik wel – een beetje – kan sturen.
O ja, welke tien procent trouwens? De laatste of de eerste? De vraag stellen is hem beantwoorden. Wanneer ik eerst kritisch naar mijzelf kijk, verminder ik het risico op huichelarij en oordeel ik milder of niet over de ander.
De evangelist Mattheus noteerde bijna tweeduizend jaar geleden de vraag: „Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt?” Ik ken die uitspraak al vanaf mijn kindertijd. Maar het kost een heel leven om het een beetje te leren toepassen.
Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)