Veranderen lukt zelden in één poging

Veranderen lukt zelden in één poging
Het is stoptober en tienduizenden Nederlanders proberen deze maand te stoppen met roken. De meeste mensen slagen daar niet in één keer in en raken daardoor vaak teleurgesteld. Misschien zou het beter zijn wanneer we realistischer keken naar onszelf en ons vermogen om te veranderen.
Vaak gaan we ervan uit dat wanneer je iets wilt veranderen, op je werk of thuis, je aan één poging genoeg hebt. Je moet het gewoon doen, zeggen veel mensen. En soms gaat het mis, maar meestal gaat het goed. Althans, dat denken we. Maar in het echt is het andersom. Meestal gaat het mis en soms lukt het.
Dit geldt zeker als het om een verslaving als roken gaat. De onderzoeken naar het aantal keren proberen dat je nodig hebt om ex-roker te worden verschillen van elkaar. Maar wat ze met elkaar gemeen hebben: het aantal benodigde pogingen ligt veel hoger dan de meeste mensen denken.
De cijfers: op basis van grootschalig onderzoek van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention uit 2001 was de verwachting onder specialisten jarenlang dat de meeste mensen tussen de acht en elf stoppogingen nodig hebben om van het roken af te komen. Maar recenter onderzoek laat zien dat deze getallen te optimistisch zijn. Een langlopende Canadese studie van Michael Chaiton en collega’s liet in 2016 zien dat het aantal benodigde stoppogingen voor de meeste mensen tussen de 28 en 32 ligt.
Om te stoppen met roken hebben de meeste mensen 28 tot 32 pogingen nodig
Goed om te weten: een ‘stoppoging’ betekent in de meeste onderzoeken dat je 24 uur geen sigaret aanraakt. En met ‘rookvrij’ bedoelen de meeste onderzoekers dat je een jaar niet hebt gerookt.
Als gezegd, de grote fout die we maken bij veranderingen is dat we te vaak uitgaan van één poging. Dat geldt niet alleen bij het stoppen met roken, maar bijvoorbeeld ook bij belangrijke veranderingen op het werk. De tijdsplanningen en begrotingen van de meeste veranderprojecten laten dit zien. Vrijwel nooit wordt er vooraf rekening gehouden met poging 2, 3 en 4. Terwijl deze in het echt wel nodig zijn.
Wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart. Het is niet leuk om tot de conclusie te komen dat je in het echt veel slechter bent in veranderen dan je graag dacht. Rookonderzoekers zijn het dan ook niet eens over de vraag of het goed is dat je vooraf weet hoe moeilijk stoppen eigenlijk is. Dit soort cijfers kan mensen ontmoedigen, stellen sommigen. Aan de andere kant: realistische verwachtingen kunnen mensen juist helpen om zich beter voor te bereiden, meer hulp in te schakelen, minder verdrietig te zijn bij terugval en sneller weer een volgende poging te wagen.
Goed. Hoeveel pogingen zijn er nodig voor een belangrijke verandering? Vrijwel altijd meer dan je aanvankelijk dacht. Veranderen is niet een rechte lijn van A naar B, maar een ingewikkelde, rommelige reis die met vallen en opstaan verloopt. En elke keer dat je valt, ontdek je weer iets over jezelf en je verandering. Iets wat je kan helpen bij de volgende poging. Volgens mij is het winst wanneer we veranderen nog meer leren zien als een lastig leerproces dat een eerlijke en gedegen aanpak verdient.
Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)