We moeten aan de slag met ons uitstelgedrag

We moeten aan de slag met ons uitstelgedrag

Het lijkt iets kleins, een bescheiden ondeugd. Maar in werkelijkheid verpest het veel van onze beste en mooiste plannen: uitstelgedrag.

Of het nu gaat om je persoonlijke wens gezonder te leven of om de wereldwijde klimaatmaatproblematiek, uitstelgedrag ondermijnt een succesvolle aanpak. Soms decennialang. Uitstelgedrag is een van de wijdst verspreide motivatieproblemen: ruim 95 procent van de mensen heeft er last van.

Een van de belangrijkste theorieën in het veld komt van de Canadese hoogleraar Piers Steel. Zijn Temporal Motivation Theory (TMT) stelt: Motivatie = Verwachting x Waarde / Impulsiviteit x Uitstel.

Wat betekent dit? Je motivatie om een taak uit te voeren wordt groter als de verwachting dat het je lukt én de waarde die je hecht aan het resultaat groter worden. En je motivatie voor die taak daalt juist wanneer je impulsiviteit (de neiging om voor een fijn gevoel hier en nu te gaan) én de termijn waarop het resultaat blijkt (uitstel) groter zijn.

Laten we corona en klimaat als illustratie nemen. Bij de coronapandemie werd en wordt relatief snel gehandeld. De verwachting dat we het virus eronder krijgen is hoog en we hechten grote waarde aan dit resultaat. Onze impulsiviteit wordt beknot door allerlei regels en we ervaren snel het resultaat van ons gedrag. Ook van onze domme acties.

De klimaatcrisis zit anders in elkaar. We snappen het belang ervan, maar weten eigenlijk niet zeker of en hoe we het probleem kunnen oplossen. Onze impulsiviteit krijgt nog steeds ruim baan – dit voorjaar werden vliegtickets met negatieve prijzen aangeboden – en de gevolgen van onze duurzaamheidsacties zullen pas blijken na vele jaren.

Afgelopen week was ik te gast bij een internationale online conferentie van uitstelonderzoekers. Daar ging het onder meer over Steels formule. Niet iedereen bleek fan, maar het is breed geaccepteerd dat motivatie en emotie een belangrijke rol spelen. We verruilen lastige taken vaak voor iets dat ons ‘een lekker gevoel nu’ bezorgt. Ook al weten we dat dit uitmondt in ‘een slechter resultaat later’. Bij uitstelgedrag verliest onze wilskracht het van ons gevoel.

Wat kunnen we hieraan doen? Allereerst moeten we afrekenen met de populaire mythe dat het altijd goed is om naar je eigen gevoel te luisteren en het sentiment van anderen te respecteren. Gevoel is vaak een waardeloze raadgever. Vooral bij keuzes waarvan de gevolgen pas later zichtbaar worden.

Daarnaast moeten we slimme strategieën leren om onze wilskracht te ondersteunen. Ik noem een paar:

– Zorg tijdens de uitvoering van een taak zo snel mogelijk voor het ervaren van successen. Bijvoorbeeld door de stappen binnen een klus te verkleinen en de progressie te laten zien.

– Geef realistische voorbeelden van mensen of organisaties die succesvol een probleem aanpakten.

– Herinner jezelf en anderen regelmatig aan het grotere doel dat je nastreeft.

– Verwijder verleidingen uit je directe omgeving. Of maak ze minder toegankelijk en onaantrekkelijker.

Kennis van uitstelgedrag helpt als je zit te zwoegen op een scriptie of deze zomer eindelijk wilt werken aan die gezondere leefstijl. Maar het is ook essentieel voor de aanpak van grote maatschappelijke uitdagingen. We moeten leren hoe we uitstelgedrag aanpakken. Niet morgen, maar vandaag.

Ben Tiggelaar

(verschenen als column in NRC)

Delen

Bekijk alle columns >