Werkstress? Simpele trucs werken het best

Werkstress? Simpele trucs werken het best
De eerste werkweek na de vakantie zit er weer op. Inclusief de eerste file en de eerste vergadering die helemaal nergens over ging. Basale frustraties die om al even basale oplossingen vragen.
Effectief omgaan met stress wordt door psychologen ‘coping’ genoemd. Of in goed Nederlands: zelfhandhaving. Wie het eenvoudig wil houden maakt onderscheid tussen twee hoofdvormen van handhaven. Je kunt jezelf handhaven door het probleem dat je dwarszit aan te pakken: problem-focused coping. Of je concludeert dat jij het probleem niet kunt oplossen en richt je daarom op het bestrijden of vermijden van negatieve emoties: emotion-focused coping.
Probleemgerichte ‘coping’ vergt dat je invloed hebt op de situatie. Je weet: als ik mijn collega’s vraag om even terug te keren naar de agenda van de vergadering, dan doen ze dat. Bovendien: alleen al geloven dat je een situatie kunt veranderen vermindert de stress.
Emotiegerichte coping draait om het sturen van je eigen gedachten en gevoelens. Je moet jezelf allereerst vertellen: ‘Deze situatie kan ik niet veranderen, let it go.’ Daarnaast moet je bepaalde technieken beheersen waarmee je de emoties vervolgens tempert. Jezelf dwingen naar de positieve elementen in je werk te kijken bijvoorbeeld. Of opbeurende dingen denken als: ‘Hé, nog maar acht weken tot de volgende vakantie.’
Dit klinkt heel eenvoudig. Maar de praktijk valt soms nog best tegen. Zo zijn we helemaal niet goed in het beoordelen van onze eigen invloed. Afgelopen week zag ik een Brits onderzoek voorbijkomen over geluk op het werk. De belangrijkste bevinding: vanaf onze vijfendertigste worden we steeds ongelukkiger met ons werk. Een van de oorzaken: rond die leeftijd komen we erachter dat ons werkleven toch minder maakbaar is dan we dachten. Die gedroomde carrière komt er niet en wat we wel hebben bereikt leidt tot stress en gedoe.
Nog een reden dat het soms moeilijk is om zelfs de meest basale coping-technieken in te zetten, is dat stress je vaak overvalt. Deze week had ik een afspraak met een buitenlandse collega. Na ongeveer 59 seconden wist ik dat het een volkomen zinloos gesprek zou worden. Maar tegen iemand die meer dan tien uur gevlogen heeft (gelukkig niet alleen voor die ene afspraak met mij) zeg je niet na één minuut: ‘Tot ziens dan maar weer.’
Op zo’n moment ben ik eerst een beetje uit het lood geslagen. Pas in tweede instantie denk ik: coping Tiggelaar, coping! Jij gaat niets aan deze situatie veranderen, dus: tel tot tien, blijf aardig en denk alvast na over een leuke muziek-playlist in de auto voor straks.
Als professioneel lezer van management- en psychologieboeken heb ik de neiging om veel oplossingen te makkelijk te vinden. Open deuren. Maar als ik heel eerlijk ben: de adviezen die intellectueel uitdagend zijn, onthoud ik meestal niet. Laat staan dat ik ze op het juiste moment kan toepassen. Dit geldt met name voor coping-technieken. Juist omdat je ze op stressmomenten moet gebruiken. Des te meer reden om je aanpak zo eenvoudig mogelijk te houden. Rustig tot tien tellen in je hoofd. In- en uitademen. Dat soort werk.
Wat misschien handig is: een soort ‘meta-coping’. Overkoepelende acceptatie. Ik moet eindelijk eens aanvaarden dat ik minstens tot aan mijn pensioen mijn toevlucht moet nemen tot simpele, bijna kinderachtige trucs. Basale psychologische survivaltechnieken die bestand zijn tegen de waan van de dag en het menselijk tekort. Vooral dat van mijzelf.
Ben Tiggelaar
(Verschenen als column in NRC Handelsblad)