Werkziekte nummer één

Werkziekte nummer één

De cijfers zijn bekend, maar ik zet ze toch nog even op een rijtje. Gewoon, omdat ze zo volslagen krankzinnig zijn. Werkstress is beroepsziekte nummer één in Nederland. Veertien procent van de werknemers meldt jaarlijks burn-outklachten. Een burn-out leidt gemiddeld tot 242 dagen verzuim. De jaarlijkse verzuimkosten als gevolg van burn-out worden begroot op 1,8 miljard euro (cijfers: CBS, TNO en Arboned).

Deze week organiseerde de krant een debat over werkstress. Ik mocht daar een paar dingen vertellen. Maar zoals vaak bleek het luisteren minstens zo waardevol.

Bijvoorbeeld naar Florien Vaessen. Ze schreef het boek Op de bank, over hoe ze vastliep in haar managementfunctie bij ABN Amro. “Je wilt niet zwak lijken. Ook al zit je alleen maar oeverloos te vergaderen over zinloze dingen, je gaat door. Als iemand mij toen had verteld dat ik op weg was naar een burn-out, had ik ‘m waarschijnlijk even goed op zijn plaats gezet.”

Omdat ik steeds vergeet wat een burn-out ook alweer is, had ik het vooraf nog snel even opgezocht. Burn-out is een combinatie van drie dingen:
1) emotionele uitputting, het gevoel dat je ‘op’ bent;
2) een cynische, onverschillige houding tegenover je werk en je collega’s; en
3) verminderde persoonlijke bekwaamheid.

Vaessen verdiepte zich veel uitvoeriger in het fenomeen en viel van de ene verbazing in de andere. “Wie zich binnen een jaar drie keer ziek meldt, is waarschijnlijk onderweg naar een burn-out. De statistieken zijn bekend, maar er wordt door bedrijven nauwelijks iets mee gedaan.”

Arnold Bakker, hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie aan de Erasmus Universiteit, beaamde wat Vaessen zei. Volgens hem leggen bedrijven het probleem te veel bij hun medewerkers neer. Zeker wanneer er signalen zijn dat mensen kans lopen op een burn-out, is het belangrijk om het gesprek aan te gaan en te kijken hoe in het werk dingen kunnen worden veranderd. Zoals het bieden van meer inspraak en meer controle over het eigen takenpakket. Het werken aan taken waar je goed in bent en die je leuk vindt, zorgt voor bevlogenheid. Dat leidt niet alleen tot minder kans op stress en burn-out, maar ook tot betere prestaties. Een werkgever die geen aandacht heeft voor dit onderwerp, snijdt zichzelf in de vingers.

Wat kun je eventueel zelf doen? Volgens Bakker is het essentieel dat je na je werk iets anders doet. Iets dat je ontspant. Of het nu gaat om koken, vrienden bezoeken, sporten, naar de film… Het gaat erom dat het voortdurend bezig zijn met je werk in je hoofd wordt gestopt. “Als je problemen hebt met slapen is dat vaak een aanwijzing dat er iets mis is,” volgens Bakker. Als je dat merkt, moet je echt werk gaan maken van je rust.

Vaessen vertelde dat ze zich liever ziek meldde met een duidelijke fysieke klacht, dan met ‘vage’ stressklachten. Herkenbaar. Maar volgens Bakker is het onzinnig dat we stress alleen zien als iets in ons hoofd. Hij refereerde aan langlopend Fins onderzoek. “Langdurige stress leidt uiteindelijk tot hart- en vaatziekten. Je gaat er dood aan. Hoe lichamelijk wil je het hebben?”

Ben Tiggelaar
(Verschenen als column in NRC Handelsblad)

Delen

Bekijk alle columns >