Wil ik wel/niet bij de overheid werken?

Wil ik wel/niet bij de overheid werken?

Stel, ik mag mijn loopbaan overdoen. Met de kennis van nu, zeg maar. Zou ik dan willen werken bij de overheid? Lastige vraag. Hoe zit het bijvoorbeeld met de werksfeer, met de flexibiliteit en met de mogelijkheid om echt een verschil te maken? Ik heb de voors en tegens op een rijtje gezet.

Voor
De overheid is – hoe kan het ook anders – maatschappelijk relevant. Voor veel mensen is je werk nuttig. Volgens onderzoek van LinkedIn is zingeving voor Nederlanders op dit moment de belangrijkste factor in hun werk. Geen wonder dat overheid, semi-overheid en non-profit goed scoren als werkgever.

Tegen
Juist als zingeving belangrijk voor je is, kan het dagelijkse werk bij de overheid tegenvallen. Je moet namelijk ook gewoon targets halen, dossiers completeren en meedoen in de interne kantoorcompetitie. Daar hoort bij: deelnemen aan interessante projectgroepen, op de hoogte zijn van ‘vertrouwelijke kennis’ en – op sommige ministeries – schoenen met gekke kleuren dragen.

Voor
De binnenkant van de overheid is de afgelopen decennia sterk gemoderniseerd. De spreekwoordelijke trage praatcultuur is op veel plekken ingeruild voor innovatieve experimenten en publiek-private pilots. Ook de overheid werkt tegenwoordig met big data, scrum, lean, kerncompetenties en zelfsturing.

Tegen
Doelen kunnen vaag zijn bij de overheid. Wat is goed onderwijs? Wanneer is de aanleg van een weg succesvol? Wat is effectief groenbeleid? Waar in het bedrijfsleven vaak vrij simpele doelen gelden (omzet omhoog, kosten omlaag), kun je binnen de overheid eindeloos discussiëren over wat nu eigenlijk het doel is en hoe dat gemeten moet worden.

Voor
Flexibele werktijden en de mogelijkheden om thuis te werken zijn bij de overheid beter geregeld dan in het bedrijfsleven. Al in 2015 kon bijna 60 procent van de ambtenaren zelf kiezen waar of wanneer hij zijn werk uitvoerde. Tegenover 40 procent van de werkenden in het bedrijfsleven.

Tegen
Je ziet weinig leeftijdgenoten (tenminste, ervan uitgaande dat ik even weer jong zou zijn). Van alle sectoren – op landbouw, bosbouw en visserij na – heeft de overheid de oudste beroepsbevolking van Nederland: gemiddeld 44 jaar. Aan de andere kant: overheidsdiensten werken juist daarom hard aan het werven van jongeren. Veel gemeenten (gemiddelde leeftijd 48 jaar) werken bijvoorbeeld met een ‘generatiepact’. Ouderen gaan minder werken en het vrijkomende geld gaat naar banen voor jonge medewerkers.

Voor
De Nederlandse overheid is een van de meest betrouwbare ter wereld. We klagen graag over ons binnenlands bestuur, maar op de ranglijst van Transparancy International doet Nederland het goed. Integriteit en corruptiebestrijding verdienen altijd meer aandacht, maar binnen de Nederlandse overheid kun je daar in de regel op wijzen en werk van maken.

Conclusie? Lastig. Eigenlijk is ‘werken bij de overheid’ een iets te breed begrip. Het maakt tenslotte heel wat uit of je beleidsadviseur sociaal domein wordt bij de gemeente Woudenberg of projectmanager vaarwegen bij Rijkswaterstaat.

Nog belangrijker misschien: het hangt er uiteindelijk vanaf wat je zelf van een baan maakt. Ik bedoel: Donald Trump, Vladimir Poetin en Kim Jong-un zijn tenslotte ook ambtenaar.

Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)

Delen

Bekijk alle columns >