Zeilen met Sapolsky

Zeilen met Sapolsky
Deze vakantie hebben we gezeild met ons gezin. Een nieuwe ervaring. Vorig jaar zijn we begonnen met lessen en deze zomer stonden we er als bemanning alleen voor. Nou ja, niet helemaal alleen, want we namen deel aan een flottielje. Negen boten met negen gezinnen erop. Overdag zeil je met je gezin. ‘s Avonds neem je deel aan een soort groepsvakantie. Van beide heb ik veel geleerd.
Een van mijn professionele onhebbelijkheden is dat ik denk veel dingen beter te kunnen dan anderen. Ik ben die automobilist die denkt dat hij beter rijdt dan gemiddeld. Ik ben die collega die denkt dat zijn bijdrage net iets belangrijker is dan die van de rest. Onwillekeurig dacht ik ook zo over zeilen.
Maar zo’n weekje op het water helpt. Vrijwel iedereen die mee was met onze kleine vloot had veel meer zeilervaring dan ik. En ook binnen ons gezin bleken velen vaardiger dan ik. Ik heb – een beetje – geleerd om meer te vertrouwen op de kennis en kunde van anderen.
Iets anders dat mij vaak dwarszit op werkgebied is de omgang met anderen. Gewoon een leuk gesprek voeren. Niet denken in allerlei negatieve karikaturen, maar juist de mooie kanten van de ander zien. Dat soort dingen. Ik weet dat het belangrijk is, schrijf er graag stukjes over, maar tegelijk kost het mij moeite. Ik zag dan ook op tegen het avondprogramma van onze vakantie.
Maar ook hier is winst geboekt. Wat helpt is de ervaring dat mensen die ik in eerste instantie als ‘heel anders‘ inschat, tijdens zo’n vakantie van dezelfde dingen genieten als ik. Mooie natuur, iets ondernemen met je partner, stevige wind, kijken hoe je kinderen zich ontwikkelen.
Tussen alle nautische en sociale bedrijvigheid door probeerde ik te lezen. Ik had het intimiderend dikke Behave van neurobioloog Robert Sapolsky in mijn zeiltas gestopt. Een boek waarin de schrijver laat zien hoe tal van verschillende processen samenwerken in de vorming van ons dagelijkse gedrag.
Enkele pagina’s die ik wist door te worstelen gingen over het effect van testosteron. Wanneer we slagen in iets, bijvoorbeeld het afmeren van een zeilboot, dan leidt dit tot een verhoogd testosteronniveau én een grotere gevoeligheid voor dit hormoon. Dat heeft allerlei gevolgen, waaronder overdreven zelfvertrouwen en overdreven optimisme. Wie dit niet weet, denkt oprecht dat hij beter kan zeilen, autorijden en whatever dan anderen. Maar met Sapolsky in het achterhoofd kun je je overmatige zelfvertrouwen af en toe bestraffend toespreken: doe normaal stomkop, het zijn gewoon je hormonen.
Sapolsky schrijft ook over hoe onze amygdala, het hersengebied dat onder meer angst reguleert, gedurende onze ontwikkeling leert om andere mensen niet te snel te vertrouwen. Sapolsky stelt dat we goed van vertrouwen worden geboren, maar stap voor stap door negatieve ervaringen leren om die neiging te onderdrukken. Wie, bijvoorbeeld tijdens een weekje zeilen, ervaart dat andere mensen soms best meevallen, leert om dat onderdrukken van vertrouwen weer te onderdrukken. Het aangeleerde wantrouwen verdwijnt niet, maar je kunt het wel binnen de perken houden door nieuwe ervaringen op te doen.
Zeilen – of andere nieuwe ervaringen opdoen – en intussen Sapolsky lezen. Het is een soort zomercursus in confronterende zelfkennis. Ik kan het iedereen aanraden.
Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)