Zo maak je iemand een kopje groter

Zo maak je iemand een kopje groter

Er wordt een hoop aangeleerd in deze tijd: online vergaderen, slim thuiswerken, mentale zelfzorg. Maar wat is eigenlijk een slimme manier om te leren op het werk?

Veel onderwijsmensen beantwoorden die vraag met een naam: Lev Vygotski. Vygotski was een Russische ontwikkelingspsycholoog (1896-1934) die vooral bekend is geworden door zijn theorie over ‘de zone van de naaste ontwikkeling’. Wat is dat en wat kunnen we daar vandaag mee?

De zone van de naaste ontwikkeling (ZNO) is het gebied wat ligt tussen wat je nu in je eentje kunt op een bepaald terrein, en wat je straks zou kunnen, door te leren van iemand die meer weet. Denk aan het verschil tussen de manier waarop je als manager nu online vergaderingen leidt, en hoe je dat zou doen nadat je een tijdje met een expert hebt opgetrokken.

De interactie met anderen is essentieel, volgens Vygotski. Het gaat er niet om wat je op dit moment alleen kunt, maar om wat je met de hulp van anderen zou kunnen leren. Vygotski illustreerde dat leerproces met hoe jonge kinderen taal leren van hun ouders. Een kind brabbelt na wat hij hoort en de ouder speelt dit spel mee, maar doet intussen de woorden en zinnen wel op de juiste manier voor. Zo kom je als kind een stapje verder.

Een ander essentieel element in leren is volgens Vygotski dat je doet alsof je iets al kunt: je speelt, oefent, probeert uit, acteert. En daarbij, zo stelde hij, stijg je boven je dagelijkse gedrag uit. Alsof je een kop groter bent dan jezelf.

Mooi gedacht en mooi gezegd. Wat kun je hier vandaag mee als je op het werk de ontwikkeling van jezelf of je collega’s wilt stimuleren? Een paar suggesties, deels geïnspireerd op het werk van Vygotski-kenner Lois Holzman.

Bekijk eerst even rustig wat iemand al zelfstandig kan als je mensen begeleidt in hun ontwikkeling, bijvoorbeeld als teamleider of als meer ervaren collega in een bedrijf. Vanaf dat punt help je hem of haar zich te ontwikkelen naar een volgend niveau. Klinkt logisch misschien, maar wel belangrijk.

Zorg voor speel- en oefenruimte. Leren op het werk zou meer moeten lijken op improvisatietheater: we doen alsof we iets al kunnen. Wil je beter worden in online meetings, beleg dan een ‘alsof-vergadering’ waarbij je elkaar helpt nieuwe dingen te proberen, bijvoorbeeld via een rollenspel. Organiseer geen ‘praat-brainstorm’ over beter leidinggeven, maar een ‘doe-brainstorm’ waarbij je meteen oefent: alsof je het al kunt.

Kijk eens op een andere manier naar jezelf en anderen. We zijn meer dan alleen een soort eindproduct, of het resultaat van onze persoonlijke geschiedenis tot nu toe. We zijn tegelijk ook beloftes: personen die zich op allerlei manieren kunnen ontwikkelen. Beoordeel anderen niet op wat ze nu op eigen kracht kunnen, maar kijk naar wat iemand zou kunnen, met een beetje hulp. Van jou bijvoorbeeld.

En het belangrijkste: we moeten ermee ophouden om elkaar een kopje kleiner te maken als er een fout wordt gemaakt. We moeten er juist naar streven elkaar een kopje groter te maken. Zodat we, door elkaar te helpen, meer de persoon worden die we kunnen zijn.

Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)

Delen

Bekijk alle columns >